Hoewel t eten er nog niet eens zo slecht was had de tent inderdaad een sfeerloze uitstraling,ondanks de mensen die er werkten altijd vriendelijk waren,maar dat kunje ook zeggen van de toko van hun aan Belgische kant ,ook op de LAR in rekkem was t sfeerloos,dan reed ik ook veel liever door naar Roncq.
Joost was natuurlijk wel een hele slimme zakenman;hij werkte vroeger als declarant bij Gaston Schul aan de grens in Wuustwezel,die in hetzelfde pand zat als "De Snackbar"
Toen de uitbater van de snackbar een hartinfarkt kreeg en er mee wilde stoppen nam Joost t daar onmiddelijk over.
Niet alleen eten en drinken kon je bij hem,maar hij begon ook met de verkoop van allerdaagse dingetjes die je dikwijls nodig had en nergens onderweg te krijgen waren,zoals: een stuk zeep,een handdoek,shampoo,een zakkam of een toiletzak,zelfs condooms had hij in het assortiment.
De tijd van "er was nog geen behoefte aan of Joost verkocht t al"kwam later.
Joost zn lijfspreuk was: het geld ligt op straat ,je moet t alleen oprapen.