Spring naar bijdragen

stopbrander

Forumlid
  • Aantal bijdragen

    16
  • Geregistreerd

  • Laatst bezocht

Over stopbrander

  • Verjaardag 19-12-1965

stopbrander's Achievements

Newbie

Newbie (1/14)

0

Waardering in de gemeenschap

  1. Ja zeker een mooi trailer en dan te bedenken wat er allemaal in de trailer zat, stondt klaar voor een weekeinde trainen met het karten.
  2. Dat weet ik ook De politie heeft ook gezegd dat het een civile zaak is daarom staat die niet geregistreerd als gestolen
  3. WEL wij weten niet waar die is krijgen alleen maar rare verhalen te horen van die gene die em nu zou hebben
  4. Ik ben opgelicht door de wel bekende Jouke Brander. Ik hoopte dat er niet meer mensen rondt liep zo als hij, maar helaas wel. Voor het karten van onze dochter hebben wij een Floor trailer omgebouwd als camper en werkplaats, deze is gestolen aangifte gedaan maar de politie vondt het een civile zaak, helaas voor ons zijn we nu bijna een jaar verder en nog geen trailer terug. De trailer is zwart en er stondt Dutch Girl Racing op. Kenteken OD-15-FH Ik weet niet of de belettering er inmiddels af is, maar donderdag de 15de komt het voor de rechter en ik hoop dat wij nu eindelijk een keer gelijk krijgen van de rechter, zo dat de trailer snel terug komt. Ik weet wie de trailer nu heeft, maar ik ga nu nog geen namen noemen dat doe ik pas na de rechtzaak, het zijn in ieder geval net zulke boefjes als JB
  5. Ben vanaf december 2008 bezig om mijn vordering te innen failliet verklaart in maart van dit jaar en nu krijg ik een telefontje van de polite dat ik als vorige eigenaar van DGR verdachte ben in de zaak tegen Brander vanwege de rentierecht die wij op zijn lading hebben uitgevoerd. Houdt het nou nooit een keer op wordt echt schijt ziek van die kut Brander hij moet als verdachten worden gehoord bij de politie of de rechter voor alles wat hij heeft aangericht. Vergeet niet Brander ik ben nog lang niet klaar met jou.
  6. emailen kan natuurlijk ook frieslandlogistics@planet.nl of frilomat@planet.nl
  7. Via dit nummer kan je, je medeleven betuigen aan Jouke Brander 06 - 22980059 als het nog bestaat anders kan je altijd een kaartje sturen naar Jouke Brander Schoolstraat 101 B 9251EB Burgum
  8. TWIJZEL / DEN HAAG – Uitzendbureau Fresh, handelend onder de naam FLT in Twijzel is woensdag 12 augustus om 10.00 uur door de rechtbank van Den Haag failliet verklaard. De man achter de schermen van dit gesneuvelde bedrijf is de veelbesproken zakenman Jouke Brander. FNV Bondgenoten/Stichting VNB had namens een gedupeerde chauffeur van Fresh het faillissement aangevraagd. In de zaak waren nog andere steunvorderingen. In totaal zouden de chauffeurs 30.000 euro tegoed hebben van Uitzendbureau Fresh. De gedupeerde chauffeur moest geld krijgen van Fresh, omdat een groot bedrag op zijn salaris was ingehouden. De man zit al enige tijd ziek thuis. Brander stelde dat de trucker de Rij- en Rusttijdenwet heeft overtreden en vergunningen ontbeerde en de boete uit eigen zak moest betalen. Vandaar de inhouding. Brander opperde later dat de chauffeur nogmaals een bekeuring had gekregen. FNV Bondgenoten heeft zich het lot van de bedoelde chauffeur aangetrokken en stapte via hun advocaat mr. M. Smit naar de rechter voor een faillissement. De aanvraag is dinsdag 11 augustus behandeld. Vaak volgt dezelfde dag de uitspraak van de rechter-commissaris. Maar de advocaat van Jouke Brander stelde dat er een betalingsregeling is getroffen. Daarom heeft de rechter-commissaris tot de volgende ochtend genomen om zich te beraden. Blij "De advocaat van Brander beweerde inderdaad dat er een betalingsregeling met de chauffeurs was getroffen. Maar dat werd niet met schriftelijke bewijzen ondersteund. Bovendien zeggen onze leden dat ze geen betalingsregeling hebben met Fresh", aldus Edwin Atema van FNV Bondgenoten/Stichting VNB. En voegt eraan toe: "Wij zijn blij dat er rust komt voor de werknemers. De chauffeurs die voor Fresh werkten beleefden onzekere tijden." Er zouden voor Fresh vijftien mensen werken, die zullen door curator mr. Van Zandbergen uit Buitenpost worden ontslagen. Edwin: "Het personeel is blij. Veel jongens zaten al thuis, omdat opdrachtgevers niet meer met het bedrijf in zee wilden gaan." De vakbond heeft inmiddels contact opgenomen met het UWV. Er is nog één chauffeur aan het werk in Frankrijk. Enkele leasewagens zouden afgelopen maandag door de leasemaatschappij zijn opgehaald. Helaas "Fresh is helaas failliet verklaard", reageert zakenman Jouke Brander. En voegt eraan toe: "Ik had dit niet verwacht. Met man en macht hebben wij geprobeerd om het bedrijf overeind te houden. Mijn advocaat en ik beraden ons of wij in hoger beroep gaan. Inmiddels wordt er bij het bedrijf niet meer gewerkt. De chauffeurs zijn allemaal thuis. Er was de laatste tijd weinig te doen. Ik wacht de komst van de curator af."
  9. Ik heb in maart van dit jaar Heisterkamp al gewaaschuwd maar kennelijk betaald Brander daar wel de facturen.
  10. Hij valt over de bewering van Inger van Stroe dat haar transportbedrijf DGR in Bilthoven door Brander’s toedoen failliet is gegaan. Dat bedrijf zou nooit betaald zijn voor ritten die ze lieten rijden voor Brander. "Het is onmogelijk dat DGR failliet is gegaan door niet betalen van FLT. De betrokken eigen rijder* is rechtstreeks door ons betaald. DGR heeft geen kosten gemaakt, de trekker was van de eigen rijder, de brandstoffen zijn door ons betaald, evenals de tol. De inkomstenschade is hoogstens de huuropbrengst van de NIWO vergunning aan de eigen rijder voor een periode van drie weken. Dat is 150 euro per week. De eigen rijder heeft echter een aanzienlijke vordering op DGR", stelt Brander. Ik wil graag reageren op wat Brader zegt in het artikel: Duidelijk weer een voorbeeld dat hij liegt en overal onder uit probeert te komen. Door de hoge vordering op FL(M)T ben is wel failliet gegaan. Ja het waren eigen rijder maar ze reden in opdracht van DGR, en hij liegt niet over dat hij inderdaad de rijders recht streeks betaald. Maar in delen en dit kwam omdat ik ze niet kon betalen, hij wilde deze goedkope reijders niet kwijt natuurlijk. Af en toe still houden met een beetje geld hou je er zelf meer aan over toch. Maar ik had wel degelijk kosten brandstof en tol, heb hier nog steeds de bewijzen van hoor Brander. De eigen rijder ook JB heeft geen vordering op DGR hij is tenslotte rechtstreeks betaald door de beruchte JB. DGR heeft wel een vordering op de eigen rijder JB omdat DGR de diesel en de tol heeft voldaan BP pas (weet je nog Jan) Heb ik ook nog alle overzichten van, en aangezien ik de rit staten van de andere rijder ook nog heb, niet die van jou omdat jij em niet inleverde maar geloofde op het woord van Brander kan ik bewijzen dat het Jan de ritten heeft gedaan. DGR heeft vorderingen openstaan op alle 3 de eigen rijders omdat ze meer tankte dan ze reden, en de diesel werd bij DGR afgeschreven. _________________
  11. Transpor-Online heeft ook een interview gehad met Brander Nou boeiend Hij blijft gewoon liegen
  12. LJN: BJ1992, Gerechtshof Leeuwarden , 107.002.345/01 Print uitspraak Datum uitspraak: 07-07-2009 Datum publicatie: 10-07-2009 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bestuursaansprakelijkhei. Verwerping van beroep op disculpatiegrond. Uitspraak Arrest d.d. 7 juli 2009 Zaaknummer 107.002.345/01 HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN Arrest van de vierde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, in eerste aanleg: gedaagde sub 2, hierna te noemen: [appellant], advocaat: mr. P. Tuinman, kantoorhoudende te Leeuwarden, tegen Aquaverium Beheer B.V., gevestigd te [vestigingsplaats], geïntimeerde, in eerste aanleg: eiseres, hierna te noemen: Aquaverium, advocaat: mr. J.B. Dijkema, kantoorhoudende te Leeuwarden. Het geding in eerste instantie In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis uitgesproken op 5 september 2007 door de rechtbank Leeuwarden. Het geding in hoger beroep Bij exploot van 3 december 2007 is door [appellant] hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van Aquaverium tegen de zitting van 14 mei 2008. De conclusie van de memorie van grieven luidt: "te vernietigen het door de Rechtbank Leeuwarden gewezen vonnis van 5 september 2007 (zaak- en rolnummer 73308 HA ZA 06-978) tussen appellant als gedaagde sub 2 en geïntimeerde als eiseres en, opnieuw rechtdoende, bij arrest, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, geïntimeerde niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar vorderingen af te wijzen, onder veroordeling van geïntimeerde in de kosten van het geding in beide instanties." Bij memorie van antwoord is door Aquaverium verweer gevoerd met als conclusie: "bij arrest, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de vorderingen van appellant af te wijzen, hetzij door hem niet-ontvankelijk te verklaren, hetzij door deze aan hem als ongegrond te ontzeggen, dan wel af te wijzen en het vonnis van de rechtbank te Leeuwarden d.d. 5 september 2007 met zaak-/rolnummer: 73308/HA ZA 05-978 tussen partijen gewezen, zonodig onder verbetering en aanvulling van gronden, te bekrachtigen met veroordeling van appellant in principaal appel in de kosten van het geding, het salaris van de procureur van geïntimeerde hieronder begrepen." Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest. De grieven [appellant] heeft vier grieven opgeworpen. De beoordeling 1. Omtrent de weergave van de vaststaande feiten door de rechtbank in rechtsoverweging 2 (2.1 t/m 2.7) bestaat tussen partijen geen geschil, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan. 2. Tussen partijen staat in deze zaak mitsdien het volgende vast. 2.1. Aquaverium is bij akte d.d. 19 januari 2000 opgericht door de besloten vennootschappen Beheersmaatschappij [persoonsnaam] (verder: Beheersmaatschappij [persoonsnaam]) en Beheersmaatschappij [persoonsnaam] (verder: Beheersmaatschappij [persoonsnaam]). Aqua Invest Nederland B.V. (verder: Aqua Invest) is per 16 mei 2000 ook (voor een derde deel) aandeelhouder geworden in het kapitaal van Aquaverium. 2.2. Beide beheersmaatschappijen zijn tot 20 november 2002 - de datum van overdracht van de aandelen in het kapitaal van Aquaverium aan Ornskoldgruppen Holding B.V. - naast aandeelhouder ook bestuurder van Aquaverium geweest. Jouke Brander is enig bestuurder en enig aandeelhouder van Beheersmaatschappij [persoonsnaam] en [appellant] is enig bestuurder en enig aandeelhouder van Beheersmaatschappij [persoonsnaam]. Beheersmaatschappij [persoonsnaam] en Beheersmaatschappij [persoonsnaam] zijn op 19 december 2002 failliet verklaard. Aquaverium kent geen raad van commissarissen. 2.3. De akte van oprichting van Aquaverium bevat de huidige statuten. De artikelen 15 en 16 van de statuten luiden: "GOEDKEURING RAAD VAN COMMISSARISSEN EN ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS ARTIKEL 15 (...) 3. De voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen - of, indien er geen commissarissen in functie zijn, van de algemene vergadering van aandeelhouders- is vereist voor bestuursbesluiten tot: a. het verkrijgen, vervreemden of bezwaren, onder welke titel ook, van registergoederen; b. het huren, verhuren, pachten of verpachten van registergoederen alsmede het beëindigen van deze overeenkomsten; c. het stellen van persoonlijke of zakelijke zekerheid; (...) g. de overdracht van het gehele bedrijf of van een gedeelte daarvan; (...) VERTEGENWOORDIGING ARTIKEL 16 1. Het bestuur vertegenwoordigt de vennootschap in en buiten rechte. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan iedere bestuurder afzonderlijk. (...) 3. In alle gevallen waarin de vennootschap een tegenstrijdig belang heeft met één of meer van de bestuurders wordt de vennootschap vertegenwoordigd door ieder der commissarissen. De algemene vergadering van aandeelhouders is steeds bevoegd één of meer andere personen aan te wijzen, waaronder uitdrukkelijk begrepen een bestuurder die een tegenstrijdig belang heeft. " 2.4. Aquaverium is huurder van het Aquaverium-gebouw, gelegen te Grou. De bedrijfsactiviteiten van Aquaverium zijn met name de onderverhuur van de bedrijfsruimten in voornoemd gebouw aan bedrijven die gericht zijn op watersport en waterrecreatie. Het gebouw bevat ook een restaurant, Restaurant 't Hoflân, dat tot augustus 2002 werd geëxploiteerd door Aquaverium. 2.5. Brander is enig aandeelhouder en bestuurder van Brandhold B.V.. Brander is groot aandeelhouder en feitelijk beleidsbepaler van Frystalic Zaalaccomodaties, Restaurants en Cateringen B.V., tevens handelend onder de naam Restaurant 't Hoflân (hierna: Frystalic). Beheersmaatschappij [persoonsnaam] en Beheersmaatschappij [persoonsnaam] zijn voor 50% aandeelhouder en daarnaast bestuurder geweest van onder meer R&T Renovatie en Techniek B.V. 2.6. Op 14 september 2001 heeft Brander in zijn hoedanigheid van (indirect) bestuurder van Aannemingsmaatschappij Westerbaan B.V. (hierna: Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam]) een brief gestuurd aan Van Dorp Installaties Deventer B.V. (hierna ook: VDI) waarin is opgenomen: "Indien Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam] B.V. haar financiële verplichtingen jegens Van Dorp Installaties B.V. niet nakomt, staan gelieerde bedrijven garant voor het nakomen van deze verplichtingen." 2.7. Brander heeft, in zijn hoedanigheid van indirect bestuurder van Aquaverium én in zijn hoedanigheid van indirect bestuurder van Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam] op 11 april 2002 een "hoofdelijke medeschuldenaarsstellings-akte'' voor de gehele vordering van de ING Bank op Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam] getekend namens Aquaverium ten behoeve van de ING Bank. 2.8. Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam] is op 28 november 2002 gefailleerd. 3. In eerste aanleg heeft Aquaverium - samengevat - gevorderd hoofdelijke veroordeling van Brander en [appellant] tot betaling van schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, alsmede de kosten van het geding. Aan deze vordering heeft Aquaverium ten grondslag gelegd dat Brander en [appellant] jegens haar schadeplichtig zijn op grond van onbehoorlijk bestuur en/of onrechtmatig handelen en/of een toerekenbare tekortkoming met betrekking tot (i) schending van de statutaire bepaling door het ontbreken van voorafgaande toestemming van de aandeelhoudersvergadering voor een aantal bestuursbesluiten, (ii) het ontbreken van een bestuursbesluit voor een transactie namens Aquaverium en (iii) vertegenwoordiging van Aquaverium in strijd met de statuten en art. 2:256 BW. 4. De rechtbank heeft - kort weergegeven - geoordeeld dat Brander en [appellant] als (indirect) bestuurders van Aquaverium hun verplichtingen ex art. 2:9 BW niet zijn nagekomen en derhalve krachtens genoemd artikel jo. art. 2:11 BW hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de daaruit voortvloeiende schade. 4.1. Daartoe heeft de rechtbank allereerst vastgesteld dat de onderhavige bestuursbesluiten in strijd met de statuten van Aquaverium zijn genomen. Het gaat hierbij om de volgende - door Aquaverium aan haar vordering ten grondslag gelegde - bestuursbesluiten (zie rechtsoverweging 4.3 van het bestreden vonnis): I. besluit tot verkoop van het Restaurant 't Hoflân aan Frystalic- strijdig met artt. 15 lid 3 sub g en 16 statuten II. besluiten tot onderverhuur van ruimten in het Aquaveriumgebouw aan Frystalic, R&T Renovatie en Techniek B.V. en Fenmeer B.V. - strijdig met artt. 15 lid 3 sub b en 16 statuten III. besluit tot borgstelling en hypotheekverstrekking in verband met de vordering van de ING Bank op Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam]- strijdig met artt. 15 lid 3 sub c en 16 statuten IV. besluit tot borgstelling ten behoeve van VDI voor schulden van Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam] - strijdig met art. 15 lid 3 sub c statuten V. besluit tot verkoop verreiker aan Brandhold B.V. - strijdig met art. 16 statuten VI. besluiten tot facturering en vervolgens creditering over en weer met Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam] zonder daar tegenoverstaande tegenprestaties hetgeen tot gevolg heeft afdracht of naheffing van BTW- strijdig met art. 16 statuten. 4.2. Vervolgens heeft de rechtbank geoordeeld dat dit een en ander een zwaarwegende omstandigheid oplevert die in beginsel de aansprakelijkheid van de bestuurder vestigt. Voorts heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, ten aanzien van [appellant] overwogen: "[appellant] heeft als belangrijkste disculpatiegrond aangevoerd dat hem niets te verwijten valt omdat Brander vanaf 2001 het volledige bestuur naar zich toe trok, dat hij volstrekt solitair handelde en alleen de bestuursbesluiten nam en dat [appellant] zich vanaf dat moment alleen nog bezighield met het operationele aannemingswerk. Dit verweer faalt, omdat [appellant] wist althans kon weten dat hij als medebestuurder medeverantwoordelijk was voor de genomen besluiten en dat hij desondanks alles op zijn beloop heeft gelaten. Dit klemt te meer nu meerdere besluiten betrekking hadden op Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam] waarvan [appellant] ook bestuurder was." 5. De grieven van [appellant] richten zich, gelet op de daarop gegeven toelichtingen, in essentie tegen vorenbedoelde verwerping door de rechtbank van de door hem ingeroepen disculpatiegrond en lenen zich derhalve voor een gezamenlijke behandeling. 6. Het hof stelt het volgende voorop. Art. 2:9 BW luidt als volgt: "Een bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke taakvervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk terzake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden." Voor aansprakelijkheid op de voet van art. 2:9 BW is vereist dat aan de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Of in een bepaald geval plaats is voor een ernstig verwijt dient te worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Tot de in aanmerking komende omstandigheden behoren onder meer de aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten, de in het algemeen daaruit voortvloeiende risico's, de taakverdeling binnen het bestuur, de eventueel voor het bestuur geldende richtlijnen, de gegevens waarover de bestuurder beschikte of behoorde te beschikken ten tijde van de aan hem verweten beslissingen of gedragingen, alsmede het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult (HR 10 oktober 1997, NJ 1997, 360). Het feit dat gehandeld is in strijd met statutaire bepalingen die de rechtspersoon beogen te beschermen, moet in dit verband als een zwaarwegende omstandigheid worden aangemerkt, die in beginsel de aansprakelijkheid van de bestuurder vestigt. Het is vervolgens aan de aangesproken bestuurder(s) om ter disculpatie feiten en omstandigheden aan te voeren op grond waarvan zou kunnen worden aangenomen dat het gewraakte handelen in strijd met de statutaire bepalingen niet een ernstig verwijt oplevert (HR 29 november 2002, NJ 2003, 455 en HR 20 juni 2008, NJ 2009, 21). De bewijslast ligt derhalve bij de bestuurder(s). Zie in deze zin ook rechtsoverweging 4.5 van het vonnis d.d. 5 september 2007, welke rechtsoverweging in hoger beroep onbestreden is gebleven. 7. Zoals hiervoor reeds overwogen, heeft de rechtbank geoordeeld dat de onderhavige bestuursbesluiten in strijd met de statuten van Aquaverium zijn genomen, en heeft zij overwogen dat dit een zwaarwegende omstandigheid oplevert die in beginsel de aansprakelijkheid van de bestuurder vestigt. 8. In de toelichting op grief III ontwaart het hof de volgende klachten tegen dit oordeel. Met betrekking tot het besluit tot verkoop van het Restaurant 't Hoflân aan Frystalic (hierna: besluit I), alsmede de besluiten tot onderhuur van ruimten in het Aquaveriumgebouw aan Frystalic, R & T Renovatie en Techniek B.V. en Fenmeer B.V. (hierna: besluit II) betwist [appellant] dat sprake is van een besluit tot het stellen van persoonlijke of zakelijke zekerheid in de zin van art. 15 lid 3 sub c statuten Aquaverium Beheer, en dat sprake is van tegenstrijdig belang en doeloverschrijding. 9. Het hof overweegt dienaangaande als volgt. 9.1. Uit rechtsoverweging 4.8 in verband met rechtsoverweging 4.3 van het vonnis van de rechtbank leidt het hof af dat de rechtbank ten aanzien van besluit I heeft geoordeeld dat sprake is van strijd met art. 15 lid 3 sub g van de statuten, en dat wat betreft besluit II sprake is van strijd met art. 15 lid 3 sub b van de statuten. Ten aanzien van besluit II heeft de rechtbank expliciet overwogen dat art. 15 lid 3 van de statuten ook ziet op verhuur van registergoederen die niet het eigendom zijn van Aquaverium maar door deze zijn gehuurd. Voorts heeft de rechtbank ten aanzien van besluit II expliciet geoordeeld dat, voor zover thans van belang, [appellant] niet heeft betwist dat hiervoor geen andere perso(o)n(en) zijn aangewezen die de vennootschap Aquaverium vertegenwoordigden in verband met een tegenstrijdig belang, hetgeen in strijd is met art. 16 van de statuten. 9.2. Nu ten aanzien van geen van beide besluiten strijd met art. 15 lid 3 sub c van de statuten is aangenomen, snijdt vorenbedoelde betwisting van [appellant] in zoverre geen hout. Aan de blote betwisting van de aanwezigheid van tegenstrijdig belang gaat het hof, gelet op de positie van Brander en [appellant] in de betrokken vennootschappen, zoals omschreven onder de vaststaande feiten, voorbij. Voor zover [appellant] betwist dat sprake is van doeloverschrijding, gaat het hof hieraan eveneens voorbij, nu de rechtbank geen doeloverschrijding aan haar beslissing ten grondslag heeft gelegd. 9.3. Grief III faalt in zoverre. 10. Nu [appellant] overigens geen grieven aanvoert tegen het hiervoor onder 7 weergegeven oordeel van de rechtbank, gaat het hof er bij de verdere beoordeling van het geschil van uit dat de onderhavige bestuursbesluiten zijn genomen in strijd met de statuten, hetgeen in beginsel aansprakelijkheid van de bestuurder oplevert. 11. [appellant] voert (met de grieven I,II en III) ter disculpatie aan dat Brander zich solitair met het bestuur van de vennootschappen bezig hield en dat hij ([appellant]) in het geheel niet in de besluitvorming werd betrokken en ook niet wist welke besluiten Brander nam. [appellant] hield zich bezig met het operationele aannemingswerk bij Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam]; daarvoor was hij de verantwoordelijke man. Er was een duidelijke taakverdeling. Alle door Aquaverium aan de orde gestelde kwesties hebben zich geheel buiten het gezichtsveld van [appellant] voltrokken, aldus [appellant]. Bovendien stelt [appellant] dat, door de verschillende vennootschappen waarbij Brander betrokken was, het voor hem moeilijk te bepalen zou zijn geweest in het kader van welke vennootschap Brander de betreffende activiteiten verrichtte, zodat hij ook daardoor geen enkel wetenschap kon hebben van de door Aquaverium gestelde kwesties. 12. Het hof overweegt dienaangaande als volgt. 12.1. Nu [appellant] aan zijn stelling dat de onderhavige besluiten niet tot zijn takenpakket behoorden, ten grondslag legt dat Brander de bestuurstaken volledig naar zich toetrok, zónder hem ([appellant]) bij de besluitvorming te betrekken en zonder hem op de hoogte te tellen van de genomen besluiten, is daarmee naar het oordeel van het hof geen sprake van een op daartoe strekkende afspraken berustende interne verdeling van de bestuurstaken, maar van een feitelijk gegroeide situatie waarin de bestuurstaken enkel door Brander werden uitgeoefend. Gesteld noch gebleken is dat [appellant] enige relevante actie heeft ondernomen die ertoe strekte dat hij zijn verantwoordelijkheden als bestuurder kon (blijven) uitoefenen. 12.2. Daarmee heeft [appellant] naar het oordeel van het hof in de eerste plaats niet, althans niet voldoende onderbouwd betwist dat de onderhavige aangelegenheden behoorden tot zijn werkkring als bedoeld in art. 2:9, tweede zin BW, zodat hij krachtens deze bepaling jo. art. 2:11 BW in beginsel voor het geheel aansprakelijk is ter zake van de betreffende tekortkomingen. 12.3. In de tweede plaats is het hof van oordeel dat het feit dat [appellant] het bestuur van de vennootschap geheel overliet aan Brander en zelf (hoofdzakelijk) werkte voor een andere vennootschap (Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam], zie punt 3.2 van de memorie van grieven), zonder dat gesteld of gebleken is dat hij op het handelen van Brander ook maar enige controle of invloed uitoefende, en zonder dat ook verder enige disculperende grond aan het hof is gepresenteerd, onvoldoende is voor het oordeel dat hem ter zake van de onderhavige overtredingen van de statuten geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en dat hij niet in ernstige mate nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden. 12.4. Het hof sluit zich dan ook aan bij het oordeel van de rechtbank dat het beroep van [appellant] op disculpatie niet opgaat. 12.5. De grieven I, II en III (ten dele) falen. 13. Ten aanzien van het besluit tot borgtocht en hypotheekverstrekking in verband met de vordering van de ING Bank op Aannemingsmaatschappij [persoonsnaam] (besluit III) voert [appellant] in de toelichting op grief III nog aan dat dit besluit niet aan de orde is, nu de ING Bank heeft afgezien van het instellen van een vordering jegens Aquaverium. 14. Het hof is van oordeel dat [appellant] deze stelling, gelet op de uitvoerig gemotiveerde betwisting daarvan door Aquaverium in de conclusie van repliek in eerste aanleg (sub 25 e.v.), onvoldoende heeft onderbouwd. Bovendien heeft [appellant] niet betwist de stelling van Aquaverium dat, zélfs indien in augustus 2005 al afstand is gedaan door de ING Bank, zij desalniettemin vóór de afstand reeds schade heeft geleden. 15. Ten aanzien van het besluit tot borgstelling ten behoeve VDI (besluit IV) stelt [appellant] in de toelichting op grief III dat deze kwestie, voor wat betreft het aandeel van [appellant], bij vonnis van de rechtbank Leeuwarden d.d. 3 januari 2007 (productie bij de pleitnota van [appellant] in eerste aanleg) reeds is afgedaan. 16. Het overweegt dienaangaande dat genoemd tussenvonnis is gewezen in de zaak tussen Ornskoldgruppen Holding B.V. als eiseres en Brander en [appellant] als gedaagden, derhalve tussen andere partijen. De omstandigheid dat de rechtbank in deze zaak heeft geoordeeld dat [appellant] als bestuurder van één van de verkopende B.V.'s niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens Ornskoldgruppen Holding B.V. als koper van de aandelen in Aquaverium, staat bovendien los van de hier te beantwoorden vraag of [appellant] als (indirect) bestuurder jegens Aquaverium is tekortgeschoten in zijn verplichting tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Anders dan [appellant] betoogt, heeft dit vonnis dan ook niet tot gevolg dat deze kwestie tussen Aquaverium en [appellant] is "afgedaan". Ook in zoverre faalt grief III. 17. Hetgeen [appellant] nog aanvoert ten aanzien van de kwesties "verreiker" en "besluiten tot facturering en creditering" is een herhaling van zijn hiervoor reeds verworpen beroep op disculpatie en strandt daarom evenzeer. 18. Grief IV heeft geen zelfstandige betekenis. 19. Het hof passeert het bewijsaanbod dat [appellant] in hoger beroep heeft gedaan als niet ter zake dienend. De slotsom 20. Het vonnis d.d. 5 september 2007 waarvan beroep dient te worden bekrachtigd voor zover dit is gewezen tussen Aquaverium en [appellant] met veroordeling van [appellant] als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding in hoger beroep (1 punt in tarief II). De beslissing Het gerechtshof: bekrachtigt het vonnis d.d. 5 september 2007 waarvan beroep voor zover dit is gewezen tussen Aquaverium en [appellant]; veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van Aquaverium tot aan deze uitspraak op € 300,- aan verschotten en € 894,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat; verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Aldus gewezen door mrs. Knijp, voorzitter, Zandbergen en Janse, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 7 juli 2009 in bijzijn van de griffier. _________________ ben het zat om genaaid of opgelicht te worden door mensen zoals Jouke Brander
  13. « » » Gedupeerde Inger wil slinkse transportondernemer stoppen BILTHOVEN/TWIJZEL – Inger van Stroe uit Bilthoven ondersteunt de acties van Edwin Altema van FNV Bondgenoten om Uitzendbureau Fresh, handelend onder de naam transportbedrijf FLT te stoppen. De onderneming wordt achter de schermen gerund door de omstreden ondernemer Jouke Brander. Zelf zegt ze ruim 20.000 euro van de slinkse zakenman tegoed te hebben en zou haar transportbedrijf DGR Transport door zijn toedoen in maart failliet gegaan zijn. "Via Teleroute heb ik in 2008 een charter voor Brander een rit naar Frankrijk laten doen. Een tweede charter is na een week ook voor FLT gaan rijden. Het geld is ondanks talloze beloftes nooit naar mij overgemaakt. Toen begon de ellende. Na het faillissement viel ik in een gat", legt ze uit. En voegt er snel aan toe. "Brander moet gestopt worden omdat hij zoveel mensen blijft duperen. Hij lokt ze met mooie verhalen, maar is nergens terug te vinden bij de Kamer van Koophandel. Terwijl hij wel de baas is van FLT en Fresh. Ik heb hem twee keer in de rechtbank ontmoet. De laatste keer deed hij weer beloftes, hij bood me zelfs geld aan voor de ritten van één charter, maar ik bedankte hem en wilde voor beide charters het geld ontvangen . Ik hoop dat hij daadwerkelijk tot stilstand gebracht kan worden. Daarom ben ik bezig met Edwin Atema, en er is een hoger beroep zaak. De rechtbank wees eerder mijn vordering tegen hem af. Hopelijk lukt het nu wel. De uitspraak is rond vrijdag 28 augustus. Mocht de uitspraak negatief zijn, dan start mijn advocaat een bodemprocedure in Leeuwarden." Waarom trappen mensen in zijn val? Inger: "Vanwege zijn mooie praatjes en vanwege allerlei beloftes komt Brander goed over. Ik deed altijd de administratie voor DGR Transport. Ik verwacht niet dat ik het werk ooit nog ga doen, heb het wel gezien. Misschien gaat mijn man wel weer op de vrachtwagen rijden, maar dan alleen samen met mij als VOF". Binnenkort spreekt de rechter-commissaris in Den Haag zich uit of hij Fresh wel of niet failliet verklaart. Deze zaak is aangespannen door FNV Bondgenoten. ©Transport Online / Marcel van der Voor
  14. Goed idee:tu: maar dan moet je nog voor hem zorgen tot dat er iemand betaald? Heeft dei wel genoeg vrienden die voor hem wilt betalen:hamer:
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Forum voorwaarden